Specialismen en Afdelingen

Inwendige Cardioverter Defibrillator (ICD)

U krijgt een Implanteerbare Cardioverter Defibrillator (ICD) als u bepaalde hartritmestoornissen of een verhoogde kans hierop heeft. Een klein elektronisch apparaat wordt hiervoor bij u geïmplanteerd.

Een ICD lijkt op een pacemaker maar is iets groter. Het bestaat uit een grote batterij die 5 tot 10 jaar meegaat en een klein computertje. Het apparaatje wordt met één of meer elektroden met uw hart verbonden en controleert voortdurend uw hartritme. Een kamerritmestoornis probeert de ICD eerst te verhelpen door het afgeven van kleine elektrische pulsjes. Als dit niet werkt, volgt een grotere stroomstoot. Het normale ritme wordt dan snel hersteld.

Het implanteren van de ICD vindt plaats in het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL) en wordt gedaan door een cardioloog. U wordt hiervoor 2 dagen opgenomen.

Onderstaande stappen beschrijven wat u verder van de behandeling kunt verwachten.

Behandeling ICD

1 à 2 weken

Verwijzing door specialist of huisarts

Uw arts bespreekt met u dat u in aanmerking kunt komen voor behandeling met een ICD. Hij meld u aan bij het hartteam van het MCL. Het hartteam beoordeeld uw gegevens en nodigt u uit voor een afspraak op de polikliniek Cardiologie in het MCL.

Neem naar uw afspraak het volgende mee:

geldig identiteitsbewijs;
zorgpas/verzekeringsbewijs;
ziekenhuisstickers;
actueel overzicht van de medicijnen.

1 dag

Voorbereiding

Voor de implantatie van een ICD wordt u 2 dagen opgenomen in het Medisch Centrum Leeuwarden. Wilt u het volgende meenemen naar het ziekenhuis:

Spullen voor de overnachtingen zoals nachtkleding en toiletspullen;
Sokken (in verband met lage temperatuur behandelkamer);
Uw medicijnen;
Iets te lezen.

Gebruikt u bloedverdunners? De cardioloog bespreekt dit met u.

De ICD-implantatie

Op de dag van implantatie meldt u zich bij het Medisch Centrum Leeuwarden. De verpleegkundige van het MCL begeleidt u naar de katheterisatiekamer waar de ingreep plaatsvindt. Een cardioloog voert de ingreep uit. De ICD wordt onder plaatselijke verdoving onder uw huid ingebracht. Dit gebeurt meestal links op de borst.

Nadat uw huid is verdoofd, wordt hierin een kleine snee gemaakt. Vervolgens zoekt de cardioloog de ader onder uw sleutelbeen op. De elektroden worden hierdoor naar uw hart geschoven en vastgezet. Daarna verbindt de arts ze met de ICD die in een holte onder uw huid wordt gelegd.

In sommige gevallen wordt de werking van de ICD extra getest door kunstmatig kamerfibrilleren op te wekken. Hiervoor krijgt u een lichte narcose toegediend. Als blijkt dat het apparaat goed werkt, wordt uw huid met een oplosbare hechting gesloten.

6 maanden

Na de implantatie

De elektroden moeten goed vastgroeien in de wand van uw hart. U mag daarom een tijd geen plotselinge bewegingen met uw arm maken en niet te zwaar tillen.

Tijdens periodieke controles blijft de pacemaker/ICD-technicus de werking van de ICD controleren. Met een speciaal apparaat leest de technicus alle opgeslagen instellingen en gegevens uit en verricht een aantal metingen.

Er wordt ook gekeken of u hartritmestoornissen heeft gehad. Als dit het geval is, kan het soort hartritmestoornis, de datum en het tijdstip uitgelezen worden. De ICD slaat al deze informatie in het geheugen op.

Home-monitoring

In sommige gevallen krijgt u een apparaatje mee naar huis waarmee de ICD uitgelezen wordt. Dit kunnen geplande periodieke controles zijn, maar in geval van klachten mag u ook gegevens opsturen.

De uitgelezen gegevens worden verzonden naar een computersysteem. De technicus in het ziekenhuis leest deze gegevens uit en beoordeelt ze samen met uw cardioloog. U hoeft dan niet naar het ziekenhuis te komen. Dit wordt controle op afstand genoemd.

Soms is het in verband met uw conditie wel noodzakelijk om langs te komen.

Meer informatie

Uitgebreide informatie over de ICD kunt u vinden op de website van de hartstichting. Heeft u toch nog vragen? Neem dan gerust contact op met de polikliniek Cardiologie via nummer 0515 - 48 8980 of kijk bij veelgestelde vragen.