Hygiëneregels tijdens uw bezoek
Op bezoek terwijl u een infectie heeft
Ga niet op bezoek als u een infectie (zoals bijv. een infectie aan de huid), diarree, koorts, verkoudheid of griep (verschijnselen) heeft. Voor kinderen geldt dit ook als zij een kinderziekte hebben (zoals bijvoorbeeld waterpokken, roodvonk, mazelen, rode hond, kinkhoest, bof, vijfde of zesde ziekte). Of als het kind korter dan drie weken voor het bezoek in contact is geweest met iemand met een kinderziekte. Als u bezoek aan een patiënt toch nodig acht, moet u dit vóór uw bezoek overleggen met een verpleegkundige op de afdeling
Handen schoonmaken voor en tijdens het bezoek
Om te voorkomen dat u schadelijke bacteriën en/of virussen van buiten meeneemt naar de patiënt moet u voordat u de afdeling opgaat u uw handen inwrijven met de handenalcohol die op de gang hangt in de dispensers (fles met pompje). Zodra u de kamer van de patiënt verlaat moet u nog een keer op de kamer uw handen inwrijven. De handenalcohol verspreidt u over uw handen door uw handen ermee te ‘wassen’, gedurende 30 seconden. U wrijft tot uw handen droog zijn.
Tijdens uw bezoek wast u uw handen met water en zeep:
- nadat u op de wc bent geweest
- na hoesten of niezen;
- voordat u de patiënt helpt bij het eten en/of bij wc-bezoek of andere verzorgende handelingen.
Overige hygiëneregels:
- raak wonden, katheters en/of verbanden niet met de handen aan.
- houd de hand, of een papierenzakdoek voor de mond bij niezen en hoesten of hoest in de binnenkant van de elleboog. Gebruik papieren zakdoekjes en gooi deze direct weg na gebruik. Was daarna uw handen.
- gebruik niet de wc van de patiënt maar die voor bezoekers.
- volg de instructie(s) van de verpleging op als u iemand bezoekt die met extra hygiënemaatregelen (in isolatie) wordt verzorgd.