Bekkenbodem
De bekkenbodem is belangrijk voor ons dagelijks functioneren.
De bekkenbodem:
- ondersteunt de bekkenorganen en geeft stabiliteit aan het bekken;
- zorgt voor het ophouden en doorlaten van urine en ontlasting;
- maakt seks mogelijk;
- maakt een geboorte mogelijk.
Hoe werkt de bekkenbodem
Het bekken is een soort trechter van botten. De blaas, de baarmoeder, de vagina en het eind van de darm liggen in het bekken. Of beter gezegd: ze hangen met banden aan de botten van het bekken. Tussen deze organen zit bindweefsel. De bekkenbodem is een laag spieren die de bodem van de trechter afsluit en de organen in het bekken ondersteunt. De bekkenbodem heeft een opening voor de plasbuis, de vagina en de anus.
Bekkenbodemspieren
De bekkenbodemspieren zijn altijd een beetje aangespannen. Ze sluiten de plasbuis en de endeldarm af zonder dat je daar iets voor hoeft te doen. De endeldarm is het laatste stukje van de darm vlak boven de anus. Je houdt zo ongemerkt plas en ontlasting op. Als je naar het toilet gaat ontspannen deze spieren. Ook tijdens het vrijen is er ontspanning nodig van de bekkenbodem.
Plassen
Urine wordt opgevangen in de blaas. Als de blaas vol is, ontstaat aandrang om te plassen. De blaas en plasbuis worden door een kringspier afgesloten. De bekkenbodemspieren en omliggend steunweefsel zorgen ervoor dat de blaas en de urinebuis op hun plaats blijven. Bij het plassen ontspannen de kringspier en de bekkenbodem. De blaas trekt zich samen waardoor urine naar buiten kan lopen.
Poepen
Als de endeldarm vol raakt met ontlasting, ontstaat aandrang. De ontlasting komt dieper in het bekken. De sluitpier bij de anus spant aan om zo de ontlasting te kunnen ophouden. Bij het poepen ontspant de sluitspier. De bekkenbodemspier kan ook helpen om de ontlasting op te houden. Op het toilet moet de spier wel ontspannen voor een goede lediging.