Onderzoeks-hysteroscopie

De hysteroscopie vindt bij voorkeur plaats als u niet ongesteld bent. Als abnormaal bloedverlies de reden is voor het onderzoek, treedt vaak bloedverlies op.

Als u de pil gebruikt, kan het onderzoek gebeuren op elke dat dat u de pil inneemt.

Als u een kinderwens heeft, dan gebeurt het onderzoek bij voorkeur in de eerste helft van de cyclus. Dit is vóór de eisprong. Er is dan nog geen bevruchte eicel aanwezig die zich kan innestelen.

Voor een hysteroscopie onder plaatselijke verdoving hoeft u meestal niet nuchter te zijn. Bij een dagopname en onderzoek onder narcose of een ruggenprik is dat wel nodig. Zonder narcose of ruggenprik kunt u lichte menstruatie−achtige pijn hebben.

U wordt voor dit onderzoek één dagdeel opgenomen.

Op de dag van het onderzoek meldt u zich bij het Dagcentrum. De verpleegkundige brengt u naar de behandelkamer. Als het onderzoek onder plaatselijke of zonder verdoving gebeurt, gaat u op een onderzoekstoel zitten. Uw benen legt u in de beensteunen.

De gynaecoloog doet eerst inwendig onderzoek. Hiermee wordt de grootte en de stand van de baarmoeder beoordeeld. Vervolgens brengt de arts een speculum (spreider) in de schede. De baarmoedermond is nu zichtbaar en wordt met een tangetje vastgepakt. Soms geeft de gynaecoloog een plaatselijke verdoving in de baarmoederhals. Dit voelt u nauwelijks. Als het nodig is, rekt de gynaecoloog de baarmoederhals iets op. Dit kan lichte menstruatie-achtige pijn geven.

De gynaecoloog brengt de hysteroscoop in de baarmoederholte. Dit is een dunne holle buis waar een lichtbundel doorheen gaat. Met vloeistof maakt de gynaecoloog de baarmoederholte goed zichtbaar. Dit kan menstruatie-achtige pijn geven. Vaak sluit men de hysteroscoop aan op een camera en mag u op het beeldscherm meekijken.

Het onderzoek duurt ongeveer een kwartier. Bij kleine ingrepen kan dit iets langer zijn.

De gynaecoloog kan langs of door de hysteroscoop kleine ingrepen in de baarmoederholte doen:

• Een poliep (goedaardig gezwel) of klein myoom (vleesboom) kan voor abnormaal bloedverlies zorgen. De arts verwijdert deze met een elektrisch verhit lisje of ander instrument. Als de poliep of het myoom groot is of gedeeltelijk in de wand van de baarmoeder ligt, dan is een grotere ingreep nodig (behandelings-hysteroscopie).
• Dunne verklevingen in de baarmoederholte tussen de voor− en achterwand zijn eenvoudig door te knippen. Dikkere en uitgebreide verklevingen (syndroom van Asherman) behandelt de gynaecoloog in een behandelings-hysteroscopie.
• Een spiraal is vaak goed te zien en wordt met een tangetje verwijderd. Zit het spiraaltje vast in de wand van de baarmoeder, dan is een behandelings-hysteroscopie nodig. Dit komt zelden voor.
• De gynaecoloog neemt een stukje weefsel (biopt) van de baarmoederwand weg voor onderzoek.
• Essure sterilisatie vindt via de schede plaats. De gynaecoloog zet dan twee veertjes in de eileiders.
• Slijmvlies kan uit de baarmoederholte weggezogen of geschraapt worden (micro-curettage). De gynaecoloog brengt hiervoor via de schede een dun buisje (curette) in de baarmoeder. Het weefsel wordt opgestuurd voor onderzoek.

U kunt de eerste dagen een gevoelige onderbuik hebben. Meestal heeft u enige dagen vaginaal bloedverlies. Daarna kunt u bruinige afscheiding hebben. De gynaecoloog kan voor een maand hormonen voorschrijven, vergelijkbaar met een zwaardere pil. Zo herstelt het slijmvlies van de baarmoederholte beter. De menstruatie die hierop volgt, kan hevig zijn.

Spiraaltje
Na een operatie voor een verkleving plaatst de gynaecoloog soms een spiraaltje. Dit voorkomt nieuwe verklevingen in de baarmoeder. Na één van de eerstvolgende menstruaties wordt het spiraaltje verwijderd.

Geslachtsgemeenschap
Als er geen bloedverlies of vieze afscheiding meer is, is er geen bezwaar tegen geslachtsgemeenschap. Zolang de buik nog gevoelig is, kan dit wel pijnlijk zijn.

Hechtingen
Omdat de hysteroscopische operatie via de vagina wordt uitgevoerd, zijn er geen hechtingen. Als er ook een laparoscopie is gedaan, dan heeft u hechtingen in de buikwand. Deze lossen vanzelf op. Na een week mag u het overgebleven hechtdraad met een pincetje verwijderen.

Herstel
Uw herstel duurt enkele dagen. Na enkele weken heeft u een controle-afspraak op de polikliniek of telefonisch.