Je komt samen met je ouders/verzorgers op de Kinderafdeling.

Hoi. Ik ben de zuster. Ik wil graag weten wie je bent. Dat zet ik allemaal in mijn computer.

Je krijgt een armbandje om met je naam erop en een gekleurd jasje aan. Je sokken en je onderbroek mag je gewoon aanhouden. Soms willen we je ook graag wegen. Weet jij hoeveel je weegt?

Doe je al je sieraden af? Vraag je ook aan je ouders of zij al hun sieraden af willen doen? Ook mag je geen nagellak dragen. De dokters hebben het liefst dat de mobiele telefoon niet mee gaat. Neemt je vader of moeder hem wel mee? Dan moet de mobiele telefoon op de vliegtuigstand staan.

Graag willen we je temperatuur meten. Dit doen we met een thermometer die over jouw voorhoofd en achter je oor glijdt. Als hij piept dan zijn we klaar.

Je krijgt zalf op je hand. Di noemen we emla zalf. Dit zorgt ervoor dat je minder voelt tijdens het plaatsen van het infuus.

Je krijgt van de zuster een zetpil of smelttablet. De zuster kijkt samen met jou welke jij krijgt.

Daar gaan we. We gaan naar de dokter. Met je bed in de lift. Je ouders mogen natuurlijk ook mee. Ook de medisch pedagogisch zorgverlener gaat met je mee. Zij gaat jou en je vader of moeder helpen bij de dokter.

Je komt eerst in de wachtkamer. De zuster die daar werkt heeft een blauw pak aan en een muts op. Deze zuster wil ook graag weten wie je bent. Je vader of moeder krijgt ook een blauw pak aan en een muts op. Dat ziet er gek uit! Ook jij krijgt een muts op. Zo blijft alles goed schoon bij de dokter.

In de wachtkamer krijg je hartplakkers op je geplakt. Twee stickers op je borst en één in de zij, deze kriebelt een beetje. Aan de drie stickers komen gekleurde draadjes. De draadjes gaan naar de computer. Die vertelt dan hoe vaak je hart klopt.

Ook krijg je een dopje op de vinger. In het dopje zit een rood lampje. We noemen het ook wel eens een vingergarage.

De zuster plaatst het infuus. Je krijgt een band om je bovenarm die haar gaat helpen je ader te vinden. Heb je warme handen? Dat scheelt namelijk!

De medisch pedagogisch zorgverlener gaat met je mee en helpt je.

Je gaat met je bed naar de dokter. Je vader of moeder is nog steeds bij je.

Bij de dokter hangen grote lampen. Zo kan de dokter alles goed zien. Ook staat er een computer die vaak piept. 

De slaapdokter geeft het slaapmiddel door je infuus. Je gaat hier snel en heel diep van slapen. Narcose noemen we dit. Je hoort, ziet en voelt dan niets. Heb je al een droom uitgezocht? Je kan er nu een van te voren bedenken! Je vader of moeder is bij je als je in slaap valt.

Na de diepe slaap word je weer wakker. Je vader of moeder zit weer bij je. Je krijgt hier een ijsje als je wakker bent. 

Als je goed wakker bent haalt de zuster je weer op. Je gaat weer met je bed in de lift. Terug naar de Kinderafdeling.

Als het lukt met drinken en je voelt je goed genoeg, mag je meestal weer naar huis. De zuster weet hoe lang je moet blijven, dus vraag het haar maar!