Op de dag van het onderzoek meldt u zich bij afdeling gynaecologie. De verpleegkundige en operatie-assistent begeleiden u gedurende de behandeling. U doet uw onderkleding uit en gaat op de onderzoekstafel liggen met uw benen in de beensteunen. Vervolgens brengt de gynaecoloog een speculum (spreider) in uw schede. Het apparaat met de scoop (dunne buigbare slang met camera) staat voor u.
De gynaecoloog maakt de baarmoedermond nat met een soort jodium en een sterk verdunde azijnoplossing. Dit maakt het weefsel goed zichtbaar. Vervolgens bekijkt de gynaecoloog de baarmoedermond en -hals. De 2 soorten cellen in uw baarmoederhals worden beoordeeld. U mag zelf meekijken op een scherm.
Als er kleine afwijkingen zijn, neemt de gynaecoloog wat weefsel weg (biopt). Met een klein tangetje worden een of meer stukjes weefsel uit het afwijkende gebied genomen. Dit kan even pijn doen. De arts vraagt soms om te hoesten of in uw handen te knijpen op het moment dat het weefsel verwijderd wordt. U heeft dan minder last.