Behandeling hoge bloeddruk
Heeft u een lichte vorm van zwangerschapshypertensie, dan probeert de gynaecoloog uw baby zolang mogelijk in de baarmoeder te laten. Bij een goede conditie van u en de baby wordt gewacht tot de bevalling spontaan begint.
De bevalling wordt ingeleid als:
- uw bloeddruk hoger wordt;
- bloeduitslagen afwijkend zijn;
- meer eiwit via de urine verloren wordt;
- de conditie van uw baby achteruit lijkt te gaan.
(Pre-)eclampsie
Een ernstige vorm van zwangerschapshypertensie en complicaties komt weinig voor. Bij pre-eclampsie heeft u naast de hoge bloeddruk ook een abnormale hoeveelheid eiwit in uw urine. De kans op complicaties neemt dan toe en u wordt opgenomen. De ernst en het verloop van pre-eclampsie verschillen. U kunt lange tijd weinig of geen klachten hebben maar ook in korte tijd ernstig ziek worden.
Het HELLP-syndroom is een ernstige vorm van pre-eclampsie. U voelt zich meestal ziek en heeft ernstige pijn in uw bovenbuik soms met uitstraling naar de zijkant van uw buik of rug. Ook misselijkheid en hoofdpijn komen veel voor. De klachten kunnen in aanvallen optreden: ze verdwijnen vaak na enige tijd (uren tot dagen) om later weer terug te komen.
Een zeldzame complicatie bij ernstige zwangerschapshypertensie en pre-eclampsie is stuiptrekking van armen en benen, tongbijten en tijdelijk in coma raken. U heeft dan eclampsie. De gynaecoloog behandelt dit met de volgende medicijnen:
- ter voorkoming en stoppen van stuipen; magnesiumsulfaat of diazepam via een infuus. Magnesiumsulfaat kan in het begin een sterk warmtegevoel, misselijkheid, braken en raar gevoel in de keel en op de tong veroorzaken. Diazepam veroorzaakt vaak slaperigheid;
- bloeddrukverlagende middelen (in tabletvorm): alfamethyldopa, labetolol, nifedipine en ketanserine. De laatste 2 middelen en dihydralazine worden ook per infuus toegediend. Eventuele bijwerkingen zijn: hoofdpijn, slaperigheid, duizeligheid, hartkloppingen, misselijkheid en braken;
- versnellen van de longrijping van de baby; corticosteroïden (via injectie bij de moeder) alleen als er een kans is dat de baby voor 33-34 weken geboren wordt. De longen van de baby rijpen dan sneller.
Intensieve bewaking is noodzakelijk, soms op een intensive-care-afdeling. De gynaecoloog verwijst u hiervoor naar het UMCG. Eclampsie kan in enkele gevallen levensbedreigend zijn. Er zijn dan bijkomende complicaties zoals een hersenbloeding, lever- of nierbeschadiging of problemen met de bloedstolling.
Gelukkig herstellen de meeste vrouwen uiteindelijk helemaal. Er is wel meer risico voor de gezondheid van de baby en complicaties zoals het loslaten van de placenta komen vaker voor. De gynaecoloog verwijst u naar het UMCG als verwacht wordt dat de baby na de geboorte verzorging op een gespecialiseerde afdeling voor pasgeborenen nodig heeft.