Als je ASS hebt, werken je hersenen anders. Wat via horen, zien, voelen, proeven en ruiken binnenkomt in je hoofd, wordt door je hersenen anders verwerkt. We zeggen wel dat je hersenen de informatie anders verwerkt. Het komt anders in je hoofd dan bij andere mensen.
Je krijgt ASS omdat het erfelijk is. Dat betekent dat als één van je ouders en broers of zussen het hebben er een bepaalde kans is dat jij het ook krijgt. Met ASS word je geboren, daar kun je helemaal niets aan doen. En het blijft je hele leven.
ASS kan lastig zijn voor jezelf, maar ook voor de mensen om jou heen. ASS zie je niet goed aan de buitenkant. Als in je hoofd je hersenen anders werken, zie je dat van buiten niet. Wat je aan de buitenkant wel kunt zien is dat iemand met ASS anders doet. Zo kan iemand met ASS niet zo makkelijk met andere mensen praten of niet zo veel van andere mensen begrijpen. Daardoor kan iemand je wat vreemd vinden. Ook kun je als je ASS hebt het moeilijk vinden als er veel verandert. Of iets heel interessant vinden en er echt alles van weten, bijvoorbeeld van dinosaurussen of het heelal.
Als je ASS hebt, heb je ook hele sterke kanten. Ook dit is voor iedereen anders, maar misschien herken je je in een paar voorbeelden van sterke kanten: goed letten op kleine dingen (details), goed alleen kunnen spelen, eerlijk zijn, eigen manier van denken hebben en onverstoorbaar door kunnen werken.