De complicaties bij of na een laparoscopie vindt u in de folders Diagnostische en Therapeutische laparoscopie. Na de behandeling kunt u via de vagina nog bloed of weefsel verliezen. Dit zal binnen 2 weken ongeveer over zijn.
Bij een eileidersparende operatie is de belangrijkste complicatie het achterblijven van zwangerschapsweefsel. Dit blijft zitten in de eileider of op een andere plaats in uw buik. De kans hierop is 5 tot 20 procent. Na de operatie vindt daarom controle van het hCG hormoon plaats. Te weinig daling of zelfs een stijging, betekent dat nog niet de gehele EUG verwijderd is. U krijgt dan een aanvullende behandeling met methotrexaat, of uw eileider wordt alsnog verwijderd.
Een week na een kuur met het medicijn methotrexaat wordt de waarde van het hCG hormoon in uw bloed bepaald. Na de behandeling kunt u een geïrriteerde mond en ogen, en maag- en darmklachten hebben. Deze klachten zijn tijdelijk en duren gemiddeld een week. Een goede mondhygiëne, veel drinken en het vermijden van direct zonlicht en alcohol brengen verlichting.
Aspirine en pijnstillers zoals NSAID's (ibuprofen, voltaren), antibiotica en vitaminepreparaten met foliumzuur mag u niet gebruiken. Paracetamol is wel toegestaan.