Voor deze ingreep is opname in het ziekenhuis noodzakelijk. Enkele dagen voor de operatie bezoekt u het preoperatief spreekuur. U hoort hier wat u van de operatie kunt verwachten. Ook neemt de assistent-anesthesist uw gegevens met u door voor de narcose.
De gynaecoloog bespreekt voordat de operatie plaatsvindt, een aantal mogelijkheden met u.
Wel of niet verwijderen van de baarmoederhals
Bij een baarmoederverwijdering wordt de baarmoederhals in principe ook verwijderd. Alleen bij een operatie via de buik kan de baarmoederhals blijven zitten. Er zijn kleine voor- en nadelen verbonden aan het wel of niet verwijderen van de baarmoederhals.
- Voordelen: er kan geen baarmoederhalskanker meer ontstaan en u hoeft dus geen uitstrijkjes meer te laten maken. Mogelijk duurt de operatie iets korter.
- Nadelen: er is een kleine kans op beschadiging van de ureter. Dit is de urineleider tussen de nier en de blaas, vlak naast de baarmoederhals. Er is ongeveer 10% kans dat u op het moment van menstrueren (licht) bloedverlies blijft houden.
Voor het vrijen en het plassen maakt het geen verschil of de baarmoederhals wel of niet verwijderd is. Wetenschappelijk onderzoek heeft dit aangetoond. Soms blijkt tijdens de operatie dat het verstandiger is de baarmoedermond alsnog te laten zitten. Als er bijvoorbeeld een vleesboom in de weg zit of er verklevingen in de onderkant van de buikholte zijn.
Wel of niet verwijderen van de eierstokken
Bent u nog niet in de overgang? Dan is er geen reden om ook de eierstokken te verwijderen. Het wegnemen van de eierstokken betekent dat u direct na de operatie in de overgang komt.
De meeste gynaecologen adviseren ook na de overgang de eierstokken te laten zitten. Ze maken nog kleine hoeveelheden hormoon aan (testosteron). Dit draagt bij aan het zin hebben in vrijen.
Anderen adviseren de eierstokken na de overgang te verwijderen. Dit vermindert de kans op eierstokkanker. Als eierstokkanker en/of borstkanker meer dan gemiddeld in uw familie voorkomt, heeft u een verhoogde kans hierop. Bespreek dit voor de operatie met de gynaecoloog.
Een enkele keer vindt de gynaecoloog pas tijdens de operatie afwijkingen aan één of beide eierstokken. Bij één afwijkende eierstok neemt de gynaecoloog alleen deze eierstok weg. Bij afwijkingen aan beide eierstokken probeert de gynaecoloog tenminste één eierstok te behouden om voortijdige overgang te voorkomen. De eierstokken worden zowel via de schede als de buikwand verwijderd. Bij een baarmoederverwijdering via de schede is het lastig om de eierstokken weg te halen,
Eigen keuze
Bij goedaardige aandoeningen is baarmoederverwijdering niet altijd nodig. Neem dan ook de tijd voor deze beslissing en overweeg alle voor- en nadelen. Bespreek eerst met de gynaecoloog mogelijke alternatieve behandelingen. Kiest u voor een baarmoederverwijdering, overleg dan welke operatiemethode het beste past. Vooral bij vrouwen voor wie de operatie geen eigen keuze is, kunnen emotionele klachten voorkomen.