Baarmoederverwijdering

Uw gynaecoloog geeft het advies om uw baarmoeder te laten verwijderen. Dit noemen we ook wel uterusextirpatie of hysterectomie. Het verwijderen van de baarmoeder kan verschillende redenen hebben, bijvoorbeeld:

  • Menstruatieklachten
  • Myomen
  • Endometriose
  • Verzakking

Hoe gaat de operatie?

De grootte van de baarmoeder en de reden van verwijdering bepalen hoe de operatie gaat. Bij verzakking van de baarmoeder, ligt het aan de mate van de verzakking. Het verwijderen van de baarmoeder kan op verschillende manieren:

  • via de buikwand door middel van een kijkbuisoperatie (laparoscopisch);
  • via de schede (vaginaal);
  • via de buikwand door middel van een snee (abdominaal).

De eierstokken en eileiders blijven in de meeste gevallen zitten.

De baarmoederverwijdering duurt ongeveer 45 minuten en vindt plaats in de polikliniek Gynaecologie, locatie Sneek of Emmeloord.

Onderstaand stappenplan beschrijft wat u van de operatie kunt verwachten.

De stappen bij 'Baarmoederverwijdering'

1-2 weken

Verwijzing door huisarts of specialist

Uw arts geeft aan dat het noodzakelijk is om uw baarmoeder te verwijderen. U ontvangt hiervoor een verwijzing. Met het Zorgdomeinnummer in de verwijsbrief maakt u de afspraak voor de operatie:

  • telefonisch;
  • direct via onze website.

U ontvangt daarna een bevestiging van de gemaakte afspraak. Informatie over het onderzoek krijgt u van uw specialist mee of ontvangt u thuis.

Direct online een afspraak maken

1-5 dagen

Voorbereiding

Voor deze ingreep is opname in het ziekenhuis noodzakelijk. Enkele dagen voor de operatie bezoekt u het preoperatief spreekuur. U hoort hier wat u van de operatie kunt verwachten. Ook neemt de assistent-anesthesist uw gegevens met u door voor de narcose.

De gynaecoloog bespreekt voordat de operatie plaatsvindt, een aantal mogelijkheden met u.

Wel of niet verwijderen van de baarmoederhals
Bij een baarmoederverwijdering wordt de baarmoederhals in principe ook verwijderd. Alleen bij een operatie via de buik kan de baarmoederhals blijven zitten. Er zijn kleine voor- en nadelen verbonden aan het wel of niet verwijderen van de baarmoederhals.

  • Voordelen: er kan geen baarmoederhalskanker meer ontstaan en u hoeft dus geen uitstrijkjes meer te laten maken. Mogelijk duurt de operatie iets korter.
  • Nadelen: er is een kleine kans op beschadiging van de ureter. Dit is de urineleider tussen de nier en de blaas, vlak naast de baarmoederhals. Er is ongeveer 10% kans dat u op het moment van menstrueren (licht) bloedverlies blijft houden.

Voor het vrijen en het plassen maakt het geen verschil of de baarmoederhals wel of niet verwijderd is. Wetenschappelijk onderzoek heeft dit aangetoond. Soms blijkt tijdens de operatie dat het verstandiger is de baarmoedermond alsnog te laten zitten. Als er bijvoorbeeld een vleesboom in de weg zit of er verklevingen in de onderkant van de buikholte zijn.

Wel of niet verwijderen van de eierstokken
Bent u nog niet in de overgang? Dan is er geen reden om ook de eierstokken te verwijderen. Het wegnemen van de eierstokken betekent dat u direct na de operatie in de overgang komt.

De meeste gynaecologen adviseren ook na de overgang de eierstokken te laten zitten. Ze maken nog kleine hoeveelheden hormoon aan (testosteron). Dit draagt bij aan het zin hebben in vrijen.
Anderen adviseren de eierstokken na de overgang te verwijderen. Dit vermindert de kans op eierstokkanker. Als eierstokkanker en/of borstkanker meer dan gemiddeld in uw familie voorkomt, heeft u een verhoogde kans hierop. Bespreek dit voor de operatie met de gynaecoloog.

Een enkele keer vindt de gynaecoloog pas tijdens de operatie afwijkingen aan één of beide eierstokken. Bij één afwijkende eierstok neemt de gynaecoloog alleen deze eierstok weg. Bij afwijkingen aan beide eierstokken probeert de gynaecoloog tenminste één eierstok te behouden om voortijdige overgang te voorkomen. De eierstokken worden zowel via de schede als de buikwand verwijderd. Bij een baarmoederverwijdering via de schede is het lastig om de eierstokken weg te halen,

Eigen keuze
Bij goedaardige aandoeningen is baarmoederverwijdering niet altijd nodig. Neem dan ook de tijd voor deze beslissing en overweeg alle voor- en nadelen. Bespreek eerst met de gynaecoloog mogelijke alternatieve behandelingen. Kiest u voor een baarmoederverwijdering, overleg dan welke operatiemethode het beste past. Vooral bij vrouwen voor wie de operatie geen eigen keuze is, kunnen emotionele klachten voorkomen. 

>

De baarmoederverwijdering

Op dag van operatie meldt u zich bij de polikliniek Gynaecologie. De assistent brengt u naar de afdeling. We bereiden u voor op de operatie en rijden u met uw bed naar de operatiekamer. De anesthesist brengt u onder narcose. Er zijn verschillende methodes voor de ingreep mogelijk.

Verwijdering via de buikwand per laparoscoop (kijkbuis)
Deze methode heeft de voorkeur en kan alleen als de baarmoeder niet erg verzakt of te groot is. De gynaecoloog maakt 3 tot 4 sneetjes in de buikwand. Via een sneetje net onder de navel wordt een kijkbuis (laparoscoop) in de buik gebracht. Via de andere sneetjes brengt de arts instrumenten in de buikholte waarmee de baarmoeder wordt losgemaakt. Aan het einde van de operatie wordt de baarmoeder via de schede of door de kijkbuis weggehaald. Eventueel worden ook de eierstokken weggehaald. Om de baarmoeder los te snijden, maakt de gynaecoloog gebruik van een soort boor. Hierdoor is het soms mogelijk de baarmoederhals te behouden. In principe mag u de volgende dag naar huis.

Verwijdering via de schede (vaginale uterusextirpatie)
De gynaecoloog kiest deze methode als de baarmoeder niet te groot is en iets in de schede naar beneden komt. Bij deze operatie wordt ook de baarmoedermond verwijderd. Bij verzakking van de blaas en/of endeldarm combineert de arts de operatie met een ingreep aan de voor- of achterwand van de schede. Het voordeel van deze manier van opereren is dat u alleen een (onzichtbaar) litteken boven in de schede krijgt en geen buiklitteken. U kunt na 2 tot 3 dagen naar huis.

Verwijdering via de buikwand (abdominale uterusextirpatie)
Soms is verwijdering via de vagina niet mogelijk of wilt u de baarmoedermond behouden. De operatie vindt dan via de buikwand plaats. De snee wordt horizontaal iets boven het schaambeen gemaakt en is ongeveer 10 tot 15 centimeter (bikinisnee). Bij een grote baarmoeder of bij baarmoederkanker moet de snee soms groter zijn. Deze loopt dan verticaal van de navel omlaag naar het schaambeen (mediane onderbuikincisie). In principe kunt u na 3 tot 4 dagen naar huis.

Bij baarmoederverwijdering via de schede en door middel van een kijkbuisoperatie is er een kleine kans dat het alsnog een buikoperatie wordt. Meestal worden bij een baarmoederverwijdering ook de baarmoederhals en -mond weggehaald. U heeft vooraf met de gynaecoloog besproken of ook de eileiders en/of de eierstokken verwijderd worden.

6 weken

Na de behandeling

Na de verwijdering krijgt u een blaaskatheter (slangetje in de blaas). Vaak wordt ook een tampon in de schede gebracht. Het is afhankelijk van de operatiemethode of u pijn in de buik en bij het litteken krijgt. De darmen komen binnen één tot twee dagen langzaam weer op gang. Na enkele weken kunt u een hechting via de schede verliezen. Dit is normaal. Het herstel duurt meestal 6 weken.

Aandachtspunten en leefregels na een baarmoederverwijdering

  • De eerste dagen tot een week na de ingreep kunt u pijn hebben. Dit neemt geleidelijk af. Bij pijn mag u maximaal 4 keer per dag 1 gram (2 tabletten van 500mg) paracetamol nemen. Verminder dit afhankelijk van de pijnklachten.
  • Na de operatie is vaginaal bloedverlies en afscheiding normaal. In het begin is dit helderrood. Na enkele dagen moet dit minder worden. Het vaginale bloedverlies en de afscheiding moet na ongeveer 6 weken over zijn. Bel uw gynaecoloog of de polikliniek als dit langer duurt.
  • U krijgt het advies om de eerste 6 weken na de operatie geen gemeenschap te hebben of tampons te gebruiken. Het litteken in de top van de schede kan dan goed genezen.
  • Tijdens de ingreep gebruikt de gynaecoloog oplosbare hechtingen. Als dit niet zo is, krijgt u een vervolgafspraak voor het verwijderen van de hechtingen. Bij een vaginale verwijdering kunnen restjes hechtingen via de vagina naar buiten komen. Dit is normaal en kan tot ruim 6 weken na de operatie gebeuren.
  • Regelmatig plassen is belangrijk. Neem bij blaasklachten of pijn bij het plassen contact op met het ziekenhuis. Voor de ontlasting is het belangrijk dat u niet veel hoeft te persen. Eet daarom vezelrijke voeding zoals bruin brood, groene groenten en kiwi's. Banaan werkt verstoppend. Daarnaast is het belangrijk om minstens 1,5 liter vocht per dag te drinken en voldoende te bewegen.
  • Een operatie is zwaar voor uw lichaam. Het duurt een tijd voordat u zich weer helemaal goed voelt. U bent bijvoorbeeld snel moe en kunt minder aan dan u gewend bent. Luister goed naar de signalen van uw lichaam en doe de eerste 6 weken na de operatie rustig aan.
  • Lichte sporten zoals recreatief fietsen en wandelen mag u na 4 weken geleidelijk oppakken. Sporten met onverwachte bewegingen zoals tennis of volleybal mogen na 6 weken weer. Luister goed naar u eigen lichaam en stop als u moe wordt. Buikspieroefeningen raden we de eerste zes weken af.
  • Douchen mag. Het is beter niet te baden of te zwemmen als u nog vaginaal bloed verliest.
2-6 weken

Controle

Na de operatie wordt een afspraak voor telefonische nacontrole door de verpleegkundige of gynaecoloog gepland. Dit vindt na 2 en 6 weken na de operatie plaats. Soms komt u voor controle op de polikliniek terug.

Waarschuw het ziekenhuis bij de volgende complicaties:

  • koorts, temperatuur boven 38 graden langer dan 24 uur;
  • toenemende buikpijn en/of wondpijn;
  • toenemende roodheid, zwelling of vochtverlies bij de wond;
  • een opgezette buik; 
  • toenemend bloedverlies uit de schede.

Neem bij onverwachte problemen (tot de nacontrole) contact op met:

  • overdag de polikliniek: 0515 - 486 410 of 0515 - 486 414;
  • buiten kantooruren de verpleegafdeling Gynaecologie: 0515 - 488 840.

Voor niet dringende zaken kunt u de polikliniek tijdens kantooruren bereiken. Bij vragen of problemen ná de nacontrole neemt u contact op met uw huisarts.

>

Meer informatie

Uitgebreide informatie vindt u in de folders aan de rechterzijde van de pagina. Heeft u nog vragen? Neem dan gerust contact op met onze afdeling via nummer 0515 - 48 89 83 of kijk bij veelgestelde vragen.

Locatie

Vestiging Sneek Bolswarderbaan 1 0515 - 48 89 83 Routebeschrijving

Hoe snel word ik geholpen?

De huidige toegangstijd is 4 weken

Route in het ziekenhuis

Route 81

Antonius. Zorg die meebeweegt.

Ziekenhuis in Sneek
Bolswarderbaan 1, 8601 ZK, Sneek
T 0515 - 48 88 88
Ziekenhuis in Emmeloord
Urkerweg 4, 8303 BX, Emmeloord
T 0527 - 62 04 60
Zorg bij u thuis
Bolswarderbaan 1, 8601 ZK, Sneek
T 0515 - 46 11 00
Contact
Contact
Ziekenhuis in Sneek
  • Bezoekadres
  • Bolswarderbaan 1
  • 8601 ZK  Sneek
  • Postadres
  • Postbus 20000
  • 8600 BA  Sneek
  • Telefoon
  • 0515 - 48 88 88
Route Google Maps
Ziekenhuis in Emmeloord
  • Bezoekadres
  • Urkerweg 4
  • 8303 BX  Emmeloord
  • Postadres
  • Postbus 20000
  • 8600 BA  Sneek
  • Telefoon
  • 0527 - 62 04 60
Route Google Maps
Zorg bij u thuis
  • Bezoekadres
  • Bolswarderbaan 1
  • 8601 ZK  Sneek
  • Postadres
  • Postbus 20000
  • 8600 BA  Sneek
  • Telefoon
  • 0515 - 46 11 00
Route Google Maps