Apparaten
Welke apparaten kun je tegenkomen?
Ga snel naar:
- Infuuspomp
- Spuitenpomp
- Voedingspomp
- Monitor
- Zuurstofkapje
- Zuurstofslangetje
- Uitzuigset
- Beademingsapparaat
Infuuspomp
Soms krijg je vloeistof met of zonder medicijnen toegediend via een infuus. Aan dat infuus zit een infuuspomp. Die pomp zorgt ervoor dat de vloeistof met de juiste snelheid en in de juiste hoeveelheid in je lichaam komt. De verpleegkundige kan de pomp precies instellen en zien hoe snel het infuus loopt, en hoeveel vloeistof er al in je lichaam is gegaan.
Er zit een alarm op de infuuspomp. Zo wordt de verpleegkundige gewaarschuwd als de vloeistof bijna op is, of als er een probleem is.
Spuitenpomp
Soms krijg je medicijnen via een spuitenpomp. Die medicijnen worden dan in een grote spuit klaargemaakt. Via een slangetje wordt de spuit op het infuus aangesloten. De spuit gaat in de spuitenpomp. De pomp zorgt ervoor dat de spuit met een bepaalde snelheid wordt leeggeduwd. Er zit ook een alarm op. Zo wordt de verpleegkundige gewaarschuwd als de spuit bijna leeg is.
Voedingspomp
Soms kun je of mag je niet gewoon eten en drinken. Je kunt dan toch voeding krijgen via een sonde. Dat is een slangetje wat door je neus naar je maag loopt. Aan die sonde wordt, via een voedingspomp, een fles met sondevoeding aangesloten. Die pomp zorgt ervoor dat de juiste hoeveelheid voeding niet te snel in je maag loopt. De verpleegkundige kan de pomp precies instellen en ze kan ook zien hoe snel de voeding loopt en hoeveel voeding je al gekregen hebt. Op de voedingspomp zit een alarm dat de verpleegkundige waarschuwt als de sondevoeding bijna op is.
Monitor
Met een monitor kan de arts of de verpleegkundige zien hoe snel je hart klopt en hoe snel je ademt.
Dit apparaat lijkt wel wat op een computer. Er zit een kabel aan die je vast kan maken aan drie plakkertjes op je borst en buik.
Met de monitor kan ook je bloeddruk gemeten worden. Dan krijg je een band om je arm die met lucht wordt opgepompt en daarna langzaam weer leegloopt. Deze band doet geen pijn, maar knijpt wel!
Zuurstofkapje
Een zuurstofkapje is een rubberen masker met een ballon eraan. Het wordt over je neus en mond gezet en zit met een elastiekje vast. Aan het masker zit een lange slang waar zuurstof (een soort lucht) of medicijnen doorheen wordt geblazen. Dit adem je dan in. Dit kapje wordt meestal gebruikt voor het vernevelen van medicijnen.
Zuurstofslangetje (zuurstofbril)
Kinderen die erg benauwd zijn krijgen zuurstof via een kort slangetje in beide neusgaten. Deze wordt vastgeplakt met pleisters op je wang.
Uitzuigset
Als je veel slijm in je mond, neus of keel hebt, raak je dit meestal kwijt door te hoesten of te niezen. Soms lukt dit niet en dan kan de verpleegkundigen de uitzuigset gebruiken. Met een dunne slang kan het slijm dan worden weggezogen.
Beademingsapparaat
Soms ben je te ziek om zelf te kunnen ademen. Ook als je onder narcose bent in de operatiekamer kun je niet zelf ademen. Een beademingsapparaat helpt je dan met ademhalen of neemt het zelfs van je over. Dit wordt alleen op de intensive care en op de operatieafdeling gedaan, als je onder narcose bent. Je krijgt dan een slangetje door je neus of je mond in je luchtpijp. Aan dit slangetje wordt het beademingsapparaat aangesloten. Dat zorgt via een ingewikkeld systeem van klepjes en slangetjes dat er lucht in je longen wordt geblazen en er ook weer uit kan.