Sterven mooier maken
Verhaal van Derina Faber - verpleegkundige in de thuiszorg
Derina Faber is verpleegkundige in Sneek en gespecialiseerd in hospiceverpleging. Haar werk bij hospice De Kime is dankbaar en uniek. Ze verbetert niet het leven, maar zorgt voor een mooier sterven. Ze laat zien dat de dood minder eng is als we er vaker met elkaar over praten. Lees je mee?
Wat is echt belangrijk?
‘De tijdsdruk en gejaagdheid van het leven vallen weg in het hospice. Een groot huis, een dure auto en hippe kleding doen er totaal niet meer toe. Eigenlijk alles wat juist niet materialistisch is, is belangrijk. Familie, vrienden, een zonnige dag, bloeiende bloemen, spelende kinderen of de schittering van het water. Sta er zelf maar eens stil bij. Waarvan word jij écht gelukkig? Mensen in het hospice veranderen vaak. Ze zijn rustiger en genieten veel meer van de momenten die ze nog hebben. Die maken ze bewuster mee. Het is misschien lastig voor te stellen, maar in een hospice wordt ook best veel gelachen.’
Een beetje mooier
‘Je krijgt te maken met veel verschillende ziektebeelden. Bijvoorbeeld jonge mensen die een hersentumor hebben waardoor hun persoonlijkheid helemaal verandert. Mensen waarvan de mantelzorgers helemaal overbelast zijn of waarvan kinderen juist ver weg wonen en niet dagelijks kunnen langskomen. Je krijgt te maken met mensen die oud en geestelijk messcherp zijn, maar waarvan het lichaam gewoonweg op is. Of juist mensen die helemaal niet weten waarom ze in een hospice liggen door bijvoorbeeld dementie. Hoe dan ook: je neemt een grote zorg van thuis weg. Daardoor creëer je meer rust en zorg je ervoor dat nabestaanden ruimte krijgen om afscheid te nemen terwijl hun dierbare nog leeft. Wij proberen ervoor te zorgen dat voor ieder – zowel stervenden als hun naasten - het laatste stukje leven een beetje mooier wordt.’
Bang voor de dood
‘Het is goed om over de dood te praten. Iedereen gaat dood. Het is het enige wat zeker is in het leven. Veel mensen willen niets weten van een hospice; het wordt weggeschoven en genegeerd. Mensen stellen het zo lang mogelijk uit tot ze geen andere keuze hebben. Dan moeten ze de dood recht in de ogen aankijken. Dan is doodgaan confronterend en heel eng. Sommige mensen komen angstig binnen bij een hospice. Ze zijn dan bang dat ze pijn lijden, bang voor het einde van hun leven, bang hoe het met nabestaanden gaat na hun overlijden, bang wat er gebeurt met hun bezittingen.’
Praat over doodgaan
‘Toch wil ik mensen aanmoedigen om vaker met elkaar over de dood te praten. Hoe wil jij sterven? Hoe wil jij herinnerd worden? Praktische zaken over bezittingen en de uitvaart, maar ook emotionele dingen. Ben jij bang voor de dood, en waarom? Hoe wil je sterven? Wil je nog mensen spreken voordat je overlijdt? Wie dan? En waarom? Maak alles bespreekbaar. Verwelkom de dood uit het verdomhoekje, bekijk het wat vaker en laat het wat dichterbij komen. Het zorgt voor meer rust.’
Specialiseer je in hospicezorg
‘Je werkt samen met een hecht team en schakelt veel met de huisartsen, vrijwilligers en hospice-coördinator. Alle neuzen staan dezelfde kant op en je doet dankbaar werk. De hospices liggen regelmatig vol. Daarom moeten we ook weleens ‘nee’ zeggen. Ik zou willen zien dat we meer plekken voor hospices creëren. Naast financiële middelen zijn tegelijkertijd dan ook voldoende vrijwilligers en verpleegkundigen nodig om alles draaiende te houden. Het hospice is onderdeel van je route als verpleegkundige, je werkt ook gewoon in de wijk. En alle vrijwilligers krijgen een speciale training waarin je onder andere leert zorgen, medicatie toedienen en mensen begeleiden. Ben je stagiair? Maak dan kennis met het hospice. Het is een hele specifieke, waardevolle zorg die je nergens anders tegenkomt.’