Antonius: zorgen doen we samen
Het is begin december als Willem Wijnia, verpleegkundige in Antonius, aan de laatste van zes nachtdiensten begint. ‘Na bijna een week ben ik een bekende verschijning voor mijn patiënten en weten ze dat ik goed op ze pas. Ze mogen mijn hulp altijd inroepen, te vaak oppiepen bestaat niet.’ Willem vindt de zorgbonus ‘leuk meegenomen’, maar de échte waardering krijgt hij van zijn patiënten. ‘Als ik iedereen goed door de nacht heb geloodst, ben ik heel tevreden. Daar haal ik veel voldoening uit.’
Toen Willem in 1999 de opleiding tot verpleegkundige had afgerond, verkeerde hij in dubio. ‘Zowel chirurgie als interne geneeskunde sprak me aan, ik twijfelde.’ Gelukkig hoefde hij niet te kiezen, want in het Antonius ontstond een vacature op de afdeling Interne, Chirurgie en Urologie. ‘Hoe meer specialismen, hoe meer je meemaakt. Elk uur is anders.’
In de afgelopen 22 jaar ontwikkelde ‘zijn’ afdeling voortdurend. ‘Er viel een patiëntencategorie af en er kwam iets voor terug. Wat bleef is de veelzijdigheid en juist die mix spreekt me zo aan’, verzekert Willem. ‘Ik heb het mooiste beroep ter wereld.’
Saamhorigheid
Bovendien voelt hij zich in het Antonius als een vis in het water. ‘Dit is een relatief klein ziekenhuis waarin iedereen elkaar groet, die gemoedelijke sfeer spreekt me erg aan.’ Corona versterkte die verbondenheid. ‘COVID dwong ons om over de muren van de afdelingen heen te kijken. Er ontstond een sterke behoefte om problemen sámen op te lossen’, memoreert Willem. ‘Die saamhorigheid is voor mij het echte Antoniusgevoel.’
Volgens de verpleegkundige straalt die goede sfeer af op patiënten. ‘Patiënten merken dat we elkaar kennen en goed samenwerken. Dat geeft een vertrouwd gevoel.’
Kort lijntje
Ook binnen de thuiszorgtak van Antonius vormen kleinschaligheid en samenwerking de rode draad. ‘Ons thuiszorgteam staat midden in de wijk’, vertelt wijkverpleegkundige Gerda van der Meer. Zij geeft leiding aan een compact team van verpleegkundigen en (wijkzieken)verzorgenden. Elk wijkteam beschikt over alle noodzakelijke kennis en ervaring om cliënten goed te ondersteunen. Zo nodig schakelen zij de deskundigheid van het ziekenhuis in. ‘Het lijntje met de wond- en COPD-verpleegkundigen is heel kort.’ Die sterke verbinding is wat haar betreft de kracht van het Antonius. ‘We kunnen altijd de hulp van het ziekenhuis of andere thuiszorgteams inschakelen’, benadrukt Gerda. ‘Zorgen doen we samen.’
Meebewegen
Gerda werkt al achttien jaar in de thuiszorg, waarvan de laatste twee jaar bij Antonius. ‘De sfeer is gemoedelijk en ik voel me vanaf mijn eerste werkdag heel welkom.’ De charme van haar werk schuilt in de variatie. ‘Geen dag of cliënt is hetzelfde, de afwisseling is enorm.’
Die grote verscheidenheid aan cliënten en ziektebeelden vraagt om een flexibele houding. Dat geldt in het bijzonder voor het contact met dementerenden. ‘Als je zo’n cliënt tegenspreekt, ga je botsen en dan wordt de verwarring alleen maar groter. Je moet dus voortdurend improviseren en meebewegen.’
De wijkverpleegkundige is zich er terdege van bewust dat zij te gast is bij haar cliënten. ‘Zodra ik de voordeur open, betreed ik hun privédomein en dus pas ik me aan.’ Gerda oordeelt niet over een rommelig of smoezelig interieur. ‘Ik heb maar te accepteren hoe anderen leven, ik laat iedereen in zijn en haar waarde.’
Voelsprieten
De thuiszorgprofessionals kijken altijd met een open en brede blik naar hun cliënten. ‘Als ik iemands wond verzorg, probeer ik ook te achterhalen of er andere problemen spelen.’ Door haar voelsprieten te gebruiken, kan ze mogelijke verergering voorkomen. ‘Onze signalerende rol is heel belangrijk.’
Binnen het Antonius krijgt Gerda alle ruimte om zich verder te ontwikkelen. Zo volgt ze op dit moment de opleiding tot verpleegkundig consulent palliatieve zorg. ‘Ik wil mensen in hun laatste levensfase graag nog beter begeleiden en ondersteunen.’ Is dat niet heel zwaar? ‘Het is intensief en tegelijkertijd geeft het me veel voldoening. Als een palliatieve cliënt zegt: ‘Gerda, wat fijn dat je er was’, geeft mij dat heel veel energie. Er zíjn voor mensen, dat is mijn drijfveer.’
Humor
Naast de verdrietige momenten wordt er in de (thuis)zorg ook veel gelachen, verzekert de wijkverpleegkundige. ‘Humor kan helpen om het leed te verlichten’, vertelt Gerda. Collega Willem is het daar mee eens. ‘Natuurlijk mag er gelachen worden, zowel binnen je team als met patiënten. Humor draagt bij aan het herstel, daar ben ik van overtuigd.’
Hij is nog lang niet uitgekeken in het Antonius. ‘Ik ga elke dag met plezier naar mijn werk en dat hoop ik tot mijn pensioen te blijven doen. Ik ben hier helemaal op mijn plek.’ Voor wijkverpleegkundige Gerda geldt hetzelfde. ‘Ik zorg graag voor anderen en tegelijkertijd wordt er ook goed voor mij gezorgd. Ik voel me gesteund door het Antonius en ik ben trots dat ik daar deel van uitmaak’, verklaart ze. ‘Ik sta er nooit alleen voor.’