Redenen voor inleiden
Als het beter is voor uw kind om buiten de baarmoeder te zijn, adviseert de gynaecoloog adviseert een inleiding. Hieronder leest u wanneer een inleiding nodig is.
Overtijd zijn
U bent over tijd als u 2 weken na de uitgerekende datum niet bevallen bent (serotiniteit). U bent dan 42 weken zwanger. De gynaecoloog bekijkt door middel van echoscopisch onderzoek de hoeveelheid vruchtwater. Ook wordt een CTG gemaakt, een registratie van de harttonen van uw baby.
Als uit de onderzoeken blijkt dat de conditie van uw kind achteruitgaat, kan de gynaecoloog adviseren de bevalling in te leiden. Volgens de huidige richtlijnen kan dit ook vanaf 41 weken. Als er geen risico's zijn, wachten we tot 42 weken op een spontane bevalling.
Langdurig gebroken vliezen
Het breken van de vliezen is het eerste teken van het begin van de bevalling. Langdurig gebroken vliezen zijn vliezen die langer dan 24 uur gebroken zijn. De bevalling kan dan alsnog uit zichzelf op gang komen. U krijgt wel het advies in het ziekenhuis te bevallen omdat er meer infectiegevaar bestaat.
Bij langdurig gebroken vliezen is het verstandig de temperatuur op te nemen. Heeft u koorts, dan moet u de verloskundige of gynaecoloog inlichten. Als de vliezen langer dan 3 dagen gebroken zijn bij een voldragen zwangerschap, is er weinig kans dat de weeën spontaan op gang komen. De gynaecoloog adviseert dan een inleiding.
Als de vliezen vóór 37 weken breken, wordt vaak langer met een inleiding gewacht,behalve als er tekenen van infectie zijn.
Groeivertraging van uw baby
Als de verloskundige of gynaecoloog uw baby aan de kleine kant vindt, wordt dit met een onderzoek of echo nader onderzocht. Ook weinig vruchtwater kan een klein of te klein kind betekenen. Regelmatige echo’s geven informatie over de verdere groei van uw kind. Indien nodig vindt ook controle van de conditie van uw kind met een CTG plaats.
Bij onvoldoende groei of dreigende achteruitgang van de conditie van uw kind, adviseert de gynaecoloog om de bevalling in te leiden.